Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En ik ging henen tot den engel, zeggende tot hem: Geef mij dat boeksken. En hij zeide tot mij: Neem dat en [15]eet het op; en het zal uw buik bitter maken, maar in uw mond zal het zoet zijn als honig. 15. Deze woorden zijn genomen uit Ezech.3:1, waar dergelijke den profeet geschiedt. En daardoor wordt verstaan, dat hij het boek naarstig moest overzien, overleggen, verstaan en herkauwen.